Interactievaardigheden

In de communicatie en omgang met de kinderen maakt de pedagogisch medewerker gebruik van zes interactievaardigheden. Dit zijn de vaardigheden van de pedagogisch medewerker tijdens de interacties/omgang met alle kinderen in de groep. Deze interactievaardigheden zijn belangrijk, omdat deze van invloed zijn op de ontwikkeling en welzijn van de kinderen in de groep. De pedagogisch medewerkers reflecteren op het eigen pedagogisch handelen middels het instrument ‘de Kijkwijzer’. Hierop geven de medewerkers aan in hoeverre zij bepaalde vaardigheden toepassen. Het idee hiervan is dat de pedagogisch medewerkers zich bewust worden van het inzetten van deze vaardigheden en dit blijven toepassen en zichzelf verbeteren in het gebruik ervan. De beroepskrachten worden daarnaast naar behoefte (indien er een ‘probleemstelling’ is) gecoacht en er vinden intervisiegesprekken plaats waarbij casussen uit de praktijk op de groep worden behandeld.

De interactievaardigheden zijn: a. Sensitieve responsiviteit (=basisvaardigheid) b. Respect voor autonomie c. Structureren en grenzen stellen d. Praten en uitleggen e. Ontwikkelingsstimulering f. Begeleiden van positieve interacties tussen de kinderen. Bij elke vaardigheid wordt onderscheid gemaakt tussen wat een pedagogisch medewerker doet, wat zij zegt en hoe zij het zegt. Een voorbeeld hiervan is:  Sensitieve responsiviteit: “Ik laat merken dat ik de signalen van kinderen zie of hoor” (doen), “ik verwoord wat het kind ervaart of bedoelt” (wat zeggen) en “ik laat merken dat ik luister, zowel verbaal als non-verbaal” (hoe zeggen).

vrijblijvend rondleiding
Beleef De Kinderster van dichtbij







    InschrijvenSchrijf uw kind vandaag nog in

      Kind informatie



      Ouder informatie









      Partner informatie









      Gewenste locatie